Poëzie

POËZIE

FRIE FLAMEND

Op 16-jarige leeftijd ontdekte Frie Flamend de poëzie en sindsdien bleef de liefde voor de muze haar prikkelen.  Vele bundels werden geboren onder eigen beheer.  Ze vertaalde ook een gidichtenbundel voor de Argentijnse dichter Carlos Barbaritos van het Spaans naar het Frans.  De bundel heet: "les minutes qui passent", alsook voor de dichter Germain Droogenbroodt een bundel van het Nederlands naar het Frans die de naam draagt: "La Voie".  Poëzie is voor Frie de kunst om harten te beroeren.  Poëzie is de adem in de adem.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door druk, fotokopie, microfilm, of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.  All rights reserved.

Bundels

Frie schreef verschillende bundels onder eigen beheer waaronder:

- Wimper op mijn wang

- Vleugels

- De tijd die loopt

- Lengte van dagen

- Frambozen

- Druppels

alsook enkel Franstalige bundels:

- Si j'étais poète

-Sur le bout des doigts

- Le ballet des fleurs

Ze werd al verschillende keren opgenomen in de bundels van Poemtata.

De stad Mechelen publiceerde een gedicht van haar in een bundel, samen met 9 andere dichters.

Ze schreef ook een verhaal voor allochtone kinderen, een wedstrijd uitgeschreven door de stad Mechelen.  Ze nam hieraan deel en haar verhaal werd opgenomen in de educatieve koffer van de stad Mechelen.  Er werd een toneelstukje over gemaakt.  De titel heet: Nouncha, het assemeisje.

Hieronder enkele gedichten uit verschillende bundels: 





Fragiel

Je ruikt naar naakt

besluip je warme huid

met mijn mooiste schaduw

splinters in mijn keel.

Fragiel verklaart men mij

alsof ik breken kan van je geluid

zo roekeloos geschetst

bekeken zonder roze bril.

Een stukje aan jou geketend

zo zal ik me verbranden

aan smeulend blijven.

Ik zoek de zoenen in je ogen

je leerde me dat

in alle dode hoeken

spiegels kunnen groeien

die zoeken naar nagelaten sporen

God

Kleur mijn schaduw!

Frie



Het waait

Zoals de koelte 's nachts 

rond rozen sluimert

zoals diepe parels in de zee

die rustig schuilen

zo meen ik ook dat jij bent


sterker nog dan stuwing, steeds krachtiger

beheerst en stevig en sterk

zo meen ik ook dat jij bent


zoete woorden en handen

die voelen met grote zorg

je hebt je in mijn bloed genesteld

je voortdurende aanwezigheid

in je afwezigheid

overal waar jij gaat waait het in mijn hart

en zingt de liefde zijn lied.




Witregels

op het wijde podium van mijn leven

staan alle aktes genoteerd

in de krans van mijn herinneringen

die onzichtbaar om mijn hals hangt

ze kreunen en sijpelen

langs de poriën van mijn huid

waar eens kinderkauwgom

ter bewaring is gekleefd

beloften van onbestaande sprookjes

schatten die ik niet vond

het roze potlood was mijn favoriet

puberliefde kleefde me

als een tweede strakke huid

met vingers van verlangen

streelde ik de klaprozen

in het hoge koren

omgekrulde randen aan mijn studieboeken

de inkt is opgedroogd

de witregels ben ik vergeten

koffiesmaak werd dan mijn favoriet

slapelozen uitgangsnachten

thuiskomen in het licht van straatlantaarns

langzaam loopt de zandloper leeg

van alles wat ik heb gezaaid

onder de wimpel van liefde en hoop

vastgezogen aan je lippen

sta ik met jou op de brug van een plek

EINDELIJK THUIS



Droomdekens

ik schrijf mijn wereld

en spin draden

van dromen

tot vingerklievend lint

waarmee ik ragfijne

stoffen weef

en me omhul

door mijn gesponnen droomdekens



Vrijplaats

Een plek waar de wind

door je hoofd waait

waar je doet waar je buik

van gaat zingen

waar je droomt zoveel je kan

waar je bent wie je bent

een plek van zand, van zee

van lucht, van aarde en vuur

een plek waar je nooit

verdwalen gaat

een plek waar de vrijheid woont 

daar wil ik zijn

en als ik daarvan vertrek

neem ik die plek mee

overal waar ik nog komen ga.



Horlogewijzers

de ochtend gooit zich naar binnen

als ik de ramen open zwaari

door de nevel bijten de geuren

van de natte aarde

zich vast aan de grond

de zachte wind in de vallei wijkt

geschrokken uit voor de glooiende bergen

mijn geest is een oerwoud van indrukken

waar ik eindeloos in verdwaal

vrijheid voel ik als er geen horlogewijzers

naar boven kruipen in mijn denken

als de klok nergens tikt

als de tijd een illusie is of alleen een uitstel

dat nodig is om te weten en te voelen

vrijheid is kijken naar het gras

dat zich niet inspant om te groeien

vrijheid is kijken naar mijn natte tegeltenen

die verdwijnen in de zon

vrijheid is je naam onuitwisbaar

kerven in regenbogen

uitgestrekte vrede voelen

vrijheid is kijken naar 

zenuwslopende vliegen

die maar niet op raken

vrijheid is luisteren naar de zomer

naar een optocht van geluiden

ik zag mijn naam 

in jouw regenboog



Profiel

ik beitel je in mijn fantasie

om je silhouet vast te houden

de hamer dreunt je vorm

de vijl jankt je profiel

onder het kerven

kriskrast mijn

beeldend houwen

je schaduwen

moeiteloos



Een andere tuin

zacht als een bries

door een open raam een kier

vergaan de seizoenen

vergaan de jaren

tot stof

de dingen verdwijnen

de zoete geur van okselzweet

je warme hand dat rust

op mijn bonzend hart


de dingen verschijnen

in een andere kamer

een andere kleur

de tafel en de stoel

zijn nu grijs gelakt

je wijsvinger knipt

een ander leven aan

in de tuin bloeien witte rozen

die geuren naar oude pijnen

ik wil ze samen met je snoeien

maar liever nog

kijken naar een nieuw vergezicht

waar ooit rode rozen zullen bloeien

in de stilte van onze tuin



Ongeboend

iedere morgen drink ik

gulzig het pasgeboren licht op

schuif de onzichtbare

gordijnen open

van de nieuwe ochtend

luister naar het

klapperen van mijn hart

kijk naar het witte scherm

van de nieuwe dag

in de ladekast stop ik

de onbeweeglijke schimmen

alleen de kleurrijke mozaïek

stop ik in mijn binnenzak

ik verwacht de regen niet



Regenwoud

je ruikt naar regenwoud

naar dampen van natte aarde

zweetdruppels kringelen

langs je wervels

vallen zachtjes in de plooien van 

de witte lakens

mijn vingers glijden 

over je klamme rug

en even dacht ik

dat je naar frambozen smaakte

het geritsel van je gedachten

doet je lippen trillen

door je wilde ochtenharen

streel ik je met heel mijn liefde



Ganzendonzen

gedachtenloos verdronken

in de wijn van je ogen

draag ik je als zeven ganzendonzen

gewichtsloos in mijn hoofd

soms ook wel, zweef je

op de adem van mijn lied

en de wind voert je mee

wat bladgefluister

brengt je weer terug

vaak ook ben je pasklaar

in mijn glimlach

maar vaker nog verblindend zacht

als een wimper om mij wang



Wonder

ik zoek met mijn ogen

de dromen uit van de liefde

die groter was

in de jaren die gingen de jaren voorbij

als 't geheim van de dauw in het gras

ik raak met mijn vingers

het wonder aan van de liefde

die groeien kon

in de jaren die gingen de jaren voorbij

op de morgen toen alles begon



Leer mij

leer mij de taal van de natte aarde

zodat ik de hemel kan verhalen

hoe onsterfelijk je zachtheid is

leer mij de taal van de fluisterende bomen

want zij begrijpen de zucht 

van het stervend blad

leer mij de taal van het stromende water

steeds weer naar zee

en de verwondering van de stilte

bij dag en bij nacht

leer mij de taal van de bange hinde

die rakelings voorbij een rotsspleet vlucht

voor luid gevaar en felle winden

leer mij de taal van de mensen

en van de liefde

om de minnezang te koesteren

in de zuivere glimlac

van je ogen



Roze

Als jou winter voorbij zal zijn

en ik mijn wereldreis beëindigd heb

mijn melancholie op je lippen explodeert

zullen onze verloren maanden

jaren worden.

Als je achteruit stapt

me verlaat

de mislukking tranen droogt

zal ik herboren worden

in mijn zwakheid

Als we geen sterren meer vermoorden

ik mijn vulpen ruil voor jouw waarheid

zal je mijn gelaat herschilderen

in roze.

Tot ommekeer van de realiteit

word ik opnieuw geboren

om te zingen en te zoenen

de reclame in een kartonnen

doos te stapelen.



In de luwte van mijn hoofd



Als je schaduw in de zon van mijn straat valt

Als mijn vleugels zich tegen de muur van je stilte breken

Als ik niet meer je verloren poëet ben

Als ik me wil losrukken aan de grens van de twijfel

Als ik in je keel omhoog kruip, zoals een herfstverdriet

Als je in de telefoon met gesloten mond ademt

Als je me iets vertelt zonder me iets te zeggen

Dan kennen we geen leeftijd als we bijna oud zullen zijn

Als we niet meer zoeken daar waar niets te zoeken valt

Als iedereen in slaap gevallen is en we geen keuze meer hebben

Dan zullen we alleen met twee zijn

Poëzie kent geen grenzen.


Nacht

Ik luister 's nachts
hoor de gewrichten van
de muren kraken
de kleuren van mijn dromen
worden geboren
de stilte
maakt geen geluid meer
en slaapt in


vleugels


ik zweef
naar jou.


Fragiel

Je ruikt naar naakt

besluip je warme huid

met mijn mooiste schaduw

splinters in mijn keel.

Fragiel verklaart men mij

alsof ik breken kan van je geluid

zo roekeloos geschetst

bekeken zonder roze bril.

Een stukje aan jou geketend

zo zal ik me verbranden

aan smeulend blijven.

Ik zoek de zoenen in je ogen

je leerde me dat

in alle dode hoeken

spiegels kunnen groeien

die zoeken naar nagelaten sporen

God

Kleur mijn schaduw!

Frie


Het onbreekbare

Ik heb in het breekbare
van de spiegel gekeken.
ik ben op zoek naar de dingen
die lachen
ik wil door het glas heel
de realiteit een wending geven
daar morrel ik aan de fictie
trek een glasgordijn
voor de echte wereld
ik wil die gebarricadeerde
lach los wrikken
putjes in mijn kaken voelen
of ze vullen met liefde
lang heb ik in het
breekbare van de spiegel
gekeken
de raadsels in mijn
adem ingehouden
toen verscheen de lach
zag ik ook een doek
met witte wolken en een groene heuvel

Frie


Ochtend

De kamer geurt naar slaap

een pyjama zweet argeloos op het oude parket

knieën staan er vers ingedrukt

een blauwe lucht lonkt door het raam

ik scan de leegte van deze theatrale kleur

mijn gezicht maakt een grimas

er zit geen tijd tussen tijd

genieten van dit vensterlandschap

ik gooi mijn benen uit het bed

de rest volgt gewillig

duik in deze stralende dag

mijn schaduw volgt me klevend

wat als de lucht groen zou zijn?

zou het gras dan blauw zijn?

mijn woorden doen hard hun best

ik kan de gekheid niet laten!

Poëzie kent geen grenzen.


Frie



Schrijven

Ik ledig mezelf

met wat ik schrijf

zoals een blauwe PMD zak

met plastiek flessen

een kartonnen doos

gestapeld met papier en oude kranten

het leegmaken van

een emmer consumptiegeluk

de brievenbus ledigen

schrijven heeft dat ook

wat ik schrijf laat ik los

terwijl ik schrijf wil ik oplossen

later mag de lezer over

zijn zinnen beschikken

dan schraap ik nieuwe

woorden bij elkaar

hopend dat de nieuwe

stroom hen raakt

de losgelaten teksten

mogen de boot nemen

op reis gaan

vervreemden

en weer thuiskomen




In de luwte van mijn hoofd

Als je schaduw in de zon van mijn straat valt

Als mijn vleugels zich tegen de muur van je stilte breken

Als ik niet meer je verloren poëet ben

Als ik me wil losrukken aan de grens van de twijfel

Als ik in je keel omhoog kruip, zoals een herfstverdriet

Als je in de telefoon met gesloten mond ademt

Als je me iets vertelt zonder me iets te zeggen

Dan kennen we geen leeftijd als we bijna oud zullen zijn

Als we niet meer zoeken daar waar niets te zoeken valt

Als iedereen in slaap gevallen is en we geen keuze meer hebben

Dan zullen we alleen met twee zijn

Poëzie kent geen grenzen.


Frie









Tekst hier invullen...